Kamperen met Op Scherp.
Op Scherp op Schier.
DoorThomas Drenth op31 augustus 2018
Leestijd8 minuten
Wie ons manifesto heeft gelezen weet dat avontuur erg belangrijk voor ons is. In ons werk, wanneer we bedrijven helpen voortdurend te vernieuwen en in complexe problemen te duiken, maar ook naast ons werk. Daarom knijpen we er zo nu en dan graag eens tussenuit om samen op pad te gaan. (En soms schrijf ik daar dan over, zoals nu, of die keer in Duitsland.)
Deze keer wilden we langer en verder weg, maar helaas kreeg Bram de oude Land Rover niet voor die tijd aan de praat. Dus zochten we een afgelegen plek (redelijk) dicht bij huis; Schiermonnikoog. Met alleen dat wat we konden dragen, kochten we een kaartje voor de boot vanaf Lauwersoog.

Aankomst op Schiermonnikoog.
Het volgende verhaal vindt plaats op de 2e dag van onze week op Schiermonnikoog. Het is een verhaal dat nog vaak wordt naverteld hier op kantoor: het verhaal van paal 14.
Paal 14 en het schelpenmuseum.
Zoals altijd zochten we ergens een mooi en stil plekje om ons kamp op te slaan. Schiermonnikoog is echter een beschermd natuurgebied, dus je kan niet zomaar overal gaan staan met je tent. Helaas, maar we bevinden ons hoe dan ook op een mooi plekje. De camping waar we staan bevind zich midden in de duinen — en is deze week helemaal uitgestorven! We hebben de tent opgezet op een rustig plekje aan de bosrand. Met niemand en niks in de buurt, zou je bijna niet merken dat je op een camping staat.
Ik word wakker na de eerste nacht. Er rent iets over de buitenkant van het tentzeil heen; konijnen. Het was een ietwat koude nacht. Ik had alleen een wollen deken meegenomen voor het slapen, met mijn trui als kussen. (De truc is om hier zelf een slaapzak van te vouwen, maar de juiste techniek — waarbij je zoveel mogelijk warmte vasthoud — moest ik nog even ontdekken.)

Ontbijt.
We starten de dag met brood, een eitje, en wat spek. Ondertussen proberen we te besluiten wat we gaan doen vandaag. Gisteren zijn we al naar het strand geweest voor een frisse duik. We besluiten om naar het schelpenmuseum te gaan, bij paal 14 (dachten wij tenminste, maar lees vooral verder). Op de kaart lijkt dit een leuk stuk om te fietsen/wandelen. Dat lijkt ons wel wat.
We huren een aantal fietsen en verlaten het dorp in oostelijke richting. We volgen de wegen en grindpaden oost tot er geen weg of degelijk pad meer verder gaat. Dit is bij een houten kaap, die — als ik het goed heb — wordt gebruikt als markeerpunt en dient of diende voor de scheepvaart. Hier laten we de fietsen achter en gaan we te voet verder. Eerst gaat er nog een soort zandpad omlaag, maar dan staan we al snel midden in een weiland tussen de koeien, en is het pad verdwenen. In de verte lopen wel nog meer mensen, dus blijven we die kant opgaan.

Een foto van Ryco, die een foto maakt van een koe, die.. tja.
Ondertussen wordt de grond onder onze voeten steeds meer drassig. Op den duur staan we soms tot aan onze enkels in het water. We manoeuvreren ons door het moeras met verschillende omwegen, om zo het diepste water en het hoogste gras te vermijden. Zo nu en dan komen er nog steeds wandelaars voorbij en lijkt er weer een soort pad zichtbaar. We beginnen ons wel ergens af te vragen hoe dit museum aan zijn bezoekers komt op zo’n afgelegen locatie. We gaan er op dat moment vanuit dat we ergens verkeerd zijn gelopen en de moeilijke route hebben gekozen. Voor nu laten we ons niet kennen en genieten we van de natuur.

Bram zonder schoenen.
We lopen verder en verder. Bram heeft zijn schoenen al uitgedaan. Het moeras wordt alsmaar erger. We beginnen die drassige ondergrond wel een beetje zat te worden. In de verte zijn meer duinen, gras, en zand zichtbaar, dus buigen we af naar die kant. Het mulle zand loopt niet veel makkelijker, maar beter dan het moeras. De duinen gaan op den duur over in het strand. Hier vinden we een paal met rode bovenkant en een 10 erop. — Dat betekent dat we op de route zitten! Soort van tenminste. Nog vier palen te gaan. We blijven parallel aan het strand lopen op zoek naar de volgende paal. Hier vinden we van alles. Grotendeels troep, maar ook leuke of interessante dingen. Zo vindt Bram een bak voor het transport van vis, uit Denemarken. Deze kan hij wel gebruiken in zijn garage, dus neemt hij deze mee. “Wie het vindt, mag het houden”, is het strandjutters-motto. Andere kleine dingen die we vinden gaan in de visbak. Al juttend lopen we verder over het strand.

Jutten op het strand. Dit is niet de betreffende visbak.
Bram vraagt mij of hij zijn schoenen terug mag. Deze had ik vastgeknoopt aan mijn tas. Niet goed genoeg blijkbaar, want er mist één. — Fuck. Schoen kwijt. — Dus begint een tocht van 800 meter terug in de richting waar we vandaan kwamen. Onze eigen sporen in het zand volgend op zoek naar Bram’s schoen. Gelukkig vindt hij hem. Met zijn schoenen aan lopen we weer verder en zo bereiken we paal 13.

Paal 13.
Vanaf paal 13 zien we achter de duinen ergens een punt of een dak. Misschien van een toren of gebouw; het museum? We gaan erop af. Dit leidt ons van het strand, weer door de duinen, en helaas ook door verschillende doornstruiken. De punt of het dak lijkt niet dichterbij te komen. Uiteindelijk beklimmen we de hoogste heuvel die we kunnen zien. Het uitzicht: niks. Alleen duinen, gras, strand, en zee zover het oog reikt. Met ergens in de verte een houten kaap, net iets anders dan de kaap waar we deze tocht startten. Paal 14 is nergens te bekennen. Net als het museum. Nog oostelijker gaan is niet meer mogelijk. Uiteindelijk houdt het eiland uiteraard op. Dus, wat nu? Er is maar één optie: het hele stuk teruglopen.

Geen museum te bekennen. Alleen een tweede houten kaap.
Het plan is om de kustlijn te volgen tot we weer ergens de beschaving bereiken. We kunnen langs de noordkust of de zuidkust: we kiezen voor de zuidkust. Dit is namelijk het strand waar we eerder hebben gelopen. Het moeras vermijden we liever. Later kwamen we erachter dat de noordkust een vogelbroedgebied is, dat rond deze tijd van het jaar volledig onder water staat. Blij dat we die keuze niet gemaakt hebben.

De lange trek terug, met onze geïmproviseerde slee.
Dus beginnen we aan de lange wandeling terug over het strand, voordat het donker wordt. De lucht dreigt met regen, maar los van een paar druppels waait dit weer over. Onderweg vinden we meer afval op het strand, waaronder een bult hout en touw. We snijden het touw los en maken van onze visbak een trekslee waar we onze spullen in kwijt kunnen. Dit scheelt een hoop gesjouw. We vinden ook nog een oude beeldbuis — geen idee hoe die daar komt — maar deze laten we uiteraard liggen. Zo lopen we rustig en zingend verder. Na verloop van tijd rijdt er een tractor langs met een trein van karretjes erachter; gevuld met natuurliefhebbers en vogelspotters. We zwaaien naar de tractor in de hoop dat we misschien mee kunnen rijden, maar ons gezwaai wordt waarschijnlijk enkel opgevat als een vriendelijk gebaar. Er zwaaien wel mensen terug.

Even de benen omhoog voor de beeldbuis.
Na de terugreis van 2 uur over het strand, bereiken we een strandpaviljoen. Het eerste wat we doen is zitten, iets te drinken bestellen, en onszelf helemaal volstouwen met bitterballen. Mijn voeten zijn kapot. We kunnen er gelukkig om lachen.
Er is echter één probleempje; onze huurfietsen moeten nog terug. De huurfietsen die we hebben achtergelaten aan de andere kant van het eiland. Met een volle maag en nieuwe moed gaan we weer op pad. Gelukkig weten we de weg nog. Toch is dit laatste stuk minder leuk. We halen onze fietsen, gaan terug naar ons plekje, en zakken vermoeid onderuit. Het volle gevoel van de bitterballen is alweer verdwenen. Gelukkig hebben we de stoofpot van gisteren nog. Die smaakt de tweede keer — en na een lange dag — nog lekkerder.
Hier is het recept:
- 2 schouderkarbonades, goed bruin gebakken, in stukken gesneden.
- 3 uien, gesneden en 20 minuten gebakken op zacht vuur.
- 4 wortels, 4 teentjes knoflook en een prei erbij.
- 1 kilo aardappels (geschild en in blokjes) in de pan.
- 1 Westmalle Triple en 2 bouilionblokjes (kip) erdoor.
- Water erbij tot het zwemt.
- Beetje op smaak brengen met chilivlokken, peper en/of zout.
- Alles een uurtje laten sudderen.

Koken bij de tent.
Na het eten praten we nog wat na met koffie en pils tot in de latere uren. Met als doel om het eens niet over werk te hebben. De grapjes over paal 14 blijven doorgaan die avond. De rest van de avond regent en waait het, dus buiten zitten zit er niet in. We trekken ons terug in de tent met een potje kaarten bij kaarslicht. Uiteindelijk drijft de kou en vermoeidheid ons in bed.
Wat bleek nou? Paal 14 is de naam van het museum, maar heeft er verder niks mee te maken (betreft de locatie). Het museum vind je een paar honderd meter van de camping in iemand zijn achtertuin. We zijn later nog heen geweest, maar het was helaas gesloten.
Hadden we dit niet kunnen voorkomen?
Tja, als we dat hadden geweten… dan hadden we waarschijnlijk bij lange na niet zo’n leuke dag gehad. Het ging ons niet om het schelpenmuseum, we wilden gewoon graag iets van het eiland zien. En we hadden nooit zoveel onverwacht moois ontdekt als we ons niet hadden laten leiden door ons gevoel voor avontuur en nieuwsgierigheid naar het onbekende.
Zoals ik al zei wordt dit verhaal nog vaak naverteld. Waarom? Omdat we er nog altijd om kunnen lachen. Daarnaast is het een goed voorbeeld van hoe we tegen ons werk aankijken. Plannen lopen anders, doelen worden niet gehaald, en fouten worden gemaakt. Is dit erg? Nee! Juist goed dat het niet altijd loopt zoals je gepland hebt. Je ontdekt de mooiste dingen daar waar je ze het minst had verwacht of waar je nooit had gedacht te zoeken. Daarom, als je bij ons komt met een vraag of een goed idee, zullen we je altijd aanmoedigen om nog eens goed in de uitdaging te duiken, je aannames te heroverwegen, en andere mogelijkheden te overwegen. Je weet nooit wat je tegenkomt.
— Thomas Drenth, van Op Scherp
Alle foto’s in dit artikel zijn analoog geschoten en met de hand ingescand. Zwart-wit is dus echt zwart-wit. Dat vinden we ook leuk. Benieuwd naar de rest van onze avonturen op Schiermonnikoog, of meer weten over de manier waarop wij tegen de wereld aankijken? Ik ben te bereiken op thomas@opscherp.com