Wat een fotograaf je kan leren over het observeren van gebruikers.
Gebruikers observeren: het betreden van persoonlijke ruimte.
DoorBram van Houten op30 november 2018
Leestijd4 minuten
Op mijn werkplek liggen overal camera’s en bij mij thuis zit de diepvries grotendeels vol met rolletjes film. Een hobby die ooit begon met het experimenteren met composities, gevolgd door een 10 jaar durende obsessie om alles te begrijpen en het ten volste benutten van de technische mogelijkheden. In 2015 kocht ik in een kringloop het boek ‘The Minds Eye’ van ‘Henri Cartier-Bresson’. Sindsdien is fotografie iets anders voor mij, namelijk het meest echte beeld van het leven van een ander vast te leggen. Het gaat niet meer om de beste camera of de beste compositie; het gaat om wat echt is. Om dit te zien en vast te leggen moet je dichtbij komen. Maar hoe stap je in iemand zijn persoonlijke ruimte zonder het moment te verstoren? Hiervoor heb je een specifieke sociale vaardigheid nodig.
Deze sociale vaardigheid — en de fascinatie ervoor — is een groot onderdeel van mijn passie voor fotografie, maar ook voor design thinking. Om een ander te begrijpen nemen we plaats in hun omgeving en leven, om te zien hoe ze zich gedragen. Ook bij observaties in het design proces lukt dit het beste als we zelf zo min mogelijk opvallen. Om zo zoveel mogelijk te kunnen zien, horen en ervaren.
“My passion has never been photography ‘in itself’ but the possibility — through forgetting yourself — of recording in a fraction of a second the emotion of the subject, and the beauty of the form; that is, a geometry awakened by what’s offered.” — Henri Cartier-Bresson (1994)
Wat ik nu met je ga delen zijn de ervaringen en lessen die ik heb opgedaan tijdens het fotograferen, maar die dus net zo handig zijn bij het observeren van klanten, gebruikers, of doelgroepen. Om dichtbij te komen, zonder iemand tot last te zijn in zijn of haar persoonlijke ruimte, zijn er drie dingen die je onder de knie wil krijgen: hoe ben ik zo min mogelijk aanwezig, wat doe ik als ik gespot ben, en hoe verdwijn ik dan weer?
Hoe val ik zo min mogelijk op?
Tijdens observaties en tijdens het fotograferen wil je zo min mogelijk veranderen aan de omgeving en dat wat je onderwerp aan het doen is. Daarom verander ik snel en voortdurend van positie. Naast dat dit zorgt voor betere foto’s, omdat je veel perspectieven uitprobeert, ben je ook minder lang in beeld. Omdat je weer snel weg bent en naar de achtergrond verdwijnt, besteden mensen uiteindelijk minder aandacht aan je. Ik probeer dan ook altijd zo snel mogelijk mijn foto te maken. Met mijn Hasselblad — een volledig technische camera — is dat lastiger dan met een vol automatische camera. Ik stel de camera vaak van te voren volledig in voor het moment. Als alles klaar staat doe ik pas een stap naar voren om foto’s te nemen.
Voor observaties geldt hetzelfde; ik probeer uit beeld te blijven en houd zoveel mogelijk mijn mond. Ik maak heel bewust even geen connectie met de mensen die ik fotografeer of observeer.

Wat doe ik als ik gespot ben?
Op afstand en op de achtergrond kun je vrijwel onzichtbaar zijn. Toch komt er een moment dat je gezien wordt. Dat is op zich niet erg, dit is namelijk je kans om dichterbij te komen. Meestal vertel ik mensen gewoon even wat ik aan het doen ben en waarom ik ze fotografeer of benader. Soms geven mensen tijdens dit gesprekje aan dat je ze best even mag fotograferen, anders kun je dit op dat moment vragen. Probeer hierna iemand wel af te leiden van het idee dat je een foto van ze maakt door met ze te blijven praten. Je wil hun natuurlijke houding vastleggen. Merk je dat de ander zich ongemakkelijk voelt? Doe je camera even weg.
Tijdens observaties kun je deze kleine gesprekjes en interacties gebruiken om net even iets meer te leren over de doelgroep die je bestudeert. Probeer de ander ondertussen op zijn of haar gemak te stellen. Maak jezelf zo onbelangrijk mogelijk en geef complimentjes! Je bent gewoon een aardige gast.
Hoe verdwijn ik weer?
Hopelijk heb je net een leuk kort gesprek gehad en toch wat foto’s kunnen maken. In het ergste geval is je vriendelijk gevraagd om op te hoepelen. Maakt niet uit, snel weer veranderen van positie en verdwijnen in de achtergrond. Als de aandacht nu teveel op je aanwezigheid is gefocust, dan kun je de camera beter even helemaal wegdoen, of meerdere stappen achteruit te doen. Neem bijvoorbeeld even een korte pauze en kom later weer terug.
Niet geschoten is altijd mis.
Met de hoed in de hand komt men door het ganse land, maar brutalen hebben de halve wereld. Ergens tussen deze twee ligt de waarheid. Of je vooraf toestemming vraagt ligt aan je ‘gut feel’. “Hoe zou ik dit zelf ervaren, is het gepast om dit nu te doen?” Heb altijd respect voor mensen, ga respectvol met hun persoonlijke ruimte om, en wees je bewust van de mogelijke impact die je hebt. Toch, wanneer je vooraf vraagt om toestemming voor het maken van foto’s of een observatie meng je jezelf in de situatie en plaats je de aandacht op jezelf. Dat heeft altijd impact op hoe mensen zich gedragen.
Een fotograaf kan zijn foto’s altijd nog verwijderen, een observatie pakken ze je nooit meer af! ;-)
— Bram van Houten, van Op Scherp
Heb je vragen of opmerkingen betreft dit artikel? Of ben je benieuwd naar het soort foto’s die deze lessen tot stand hebben gebracht? Stuur mij dan vooral even een berichtje via bram@opscherp.com.